donderdag 24 december 2015

2015 - zoet als kaneel

2015

Wat was je mooi
Verblindend, schreeuwend, angstaanjagend mooi
Je lonkte ons met je verleidelijke lach
Je stem echode in de nacht

Je wees ons de weg waar geen weg bestaat
Voorbij onze dromen stond jij paraat
Dwalend over een oceaan van onzekerheid
Aan de horizon de gift van vrijheid

Je opende de schatkist met Caribische parels en diamant
Je doopte ons tot leiders in onze eigen opstand
We waanden ons piraten op ontdekkingsreis
Zeezeilers op weg naar het paradijs

Soms liet je ons verward achter, week en afgepeigerd
Maar wat was je zorgzaam, je smeedde ons tot drie-eenheid
Puff, Leon en ik, samen één, sterker dan ooit tevoren
Niet in de verste verte voelden we ons ooit verloren

Je stelde ons voor aan de essentie van het leven
Een voorstelling zonder script, op onszelf aangewezen
Je regende tranen van levensvreugde
Je liet letterlijk niets te wensen over

Soms staan de sterren in één lijn
En zijn de dingen zoals ze horen te zijn
Wij, een stip in het grote geheel
Bedankt 2015, je was zoet als kaneel


Lieve lezers,

71 blogs in het afgelopen jaar. 161.782 pageviews. We hopen dat jullie van onze verhalen genoten hebben. Het was me een waar genoegen om voor jullie te schrijven en ik zal het met veel plezier blijven doen in 2016. We wensen jullie allen hele fijne feestdagen toe. Liefde, vrede en geluk voor 2016! Blijf dromen!



zondag 20 december 2015

Het verste punt. Hoe ver is ver?

Ver. Wat is dat, ver? In mijn jeugd vond ik naar mijn school fietsen erg ver. Op mijn 16e kocht ik, met hulp van mijn ouders, een scooter. Daarmee was school ineens veel dichterbij. Op mijn 17e verhuisde ik naar Nijmegen. Dat was prettig ver. Net ver genoeg van huis om onafhankelijk te zijn, maar dichtbij genoeg om op een vrije dag naar Geleen te reizen voor een paardrijles. Den Haag was weer een beetje verder. In Geleen noemen ze dat 'het noorden'. In Den Haag leerde ik dat het gewoon het westen is van Nederland. Alles boven de rivieren voelt desalniettemin nog steeds als 'noord'. En zo ging ik stapje voor stapje verder van huis. Reizen naar Australië, verschillende bestemmingen in Afrika en Azië. Dat was allemaal best ver. Maar nooit was het verder dan 24 uur van huis. Met het vliegtuig is het verste ver immers vrij dichtbij.

Inklaren in Porvenir, het verste punt
Vandaag bereik ik daarom voor mijn gevoel het verste punt. In deze reis maar misschien ook wel in mijn leven tot nu toe. Het punt van deze reis dat het meest west ligt. Coordinaten 9º 33.414' N 78º 56.924' W. Maar ook het punt waarop we de meeste mijlen van huis zijn. Hemelsbreed 4900 mijl en 7605 mijl gevaren. Bovendien is dit het punt waar de langste reis aan vooraf ging, 552 dagen onderweg. En dan hebben we het nog niet eens over de jaren van voorbereiding die daar weer aan vooraf gingen. Al met al lijkt me dat rete-ver! En wat is nou het geval? Het voelt helemaal niet rete-ver. Ik heb er de afgelopen weken flink over lopen filosoferen. San Blas, dat was in mijn ogen het paradijs aan 'de andere kant', achter de oceaan, voorbij de Carieb, over de woele baren bij Colombia en door de onstabiele weergebieden bij Panama. Ver weg. Verder dan mijn dromen reikten. Dromen waarmaken doe je namelijk stapje voor stapje. Als je te ver vooruit kijkt, zie je de te bewandelen weg niet. Zo ver lag San Blas. Niet alleen ver in afstand. Vooral ver in zeilervaring, in het aantal zeeën te bedwingen, hordes te nemen, nachtwachten te lopen en angsten te overwinnen. En nu lig ik in de clinch met deze denkbeelden. Al die zeeën, hordes en angsten lijken ineens zo groot niet meer. Als wij hierheen kunnen zeilen met Puff, dan is dit voor iedereen haalbaar. Iedereen met een sterke wil en doorzettingsvermogen, dat geef ik toe. Eenmaal onderweg komt rete-ver steeds dichterbij totdat het nabij is. Snap je?!

Maar zonder geluk vaart niemand wel..

En daar zijn wij nu. In Porvenir, San Blas, Panama. Vanaf hier zal iedere gevaren mijl er eentje dichter bij huis zijn. Als in thuis. Nederland. Maar daarover in een later blog meer.

Het leven dat we de afgelopen weken in San Blas leefden staat ook het verst af van onze levens in Nederland. Verder dan we ooit eerder ervaren hebben. Al ruim een maand leven we zonder supermarkt of winkel. En daar komt zeker nóg een maand bij. Dus bestaat de vraag van de dag niet alleen uit 'waar gaan we vandaag snorkelen?', of 'wil je ook een biertje?' (bier hebben we immers voldoende ingeslagen J), maar dé hamvraag is 'wat eten we vandaag?' In ieder geval geen ham, en ook geen vlees. Ja, we hebben nog wel vlees in blik, maar dat bewaren we voor als het echt nodig is. Het is vooral vis wat de pot schaft. Vis in alle soorten en maten. Tonijn, snapper, dorade maar ook langoustines en krab... Vis schoonmaken, ontvellen en fileren? Hier is ze hoor, uw visboerin, ik weet er inmiddels het fijne (lees smerige en stinkende) van.

Groenten en fruit uit Colombia zijn inmiddels op en we zijn naarstig op zoek naar nieuwe voorraad. We winnen advies in bij een charterboot op de ankerplaats. Zij moeten ook inkopen doen voor de gasten, toch? Ja, dat moeten ze zeker, maar niet hier. Ow. Gelukkig krijgen we te horen dat er Kuna's zijn die tweemaal per week met een groenten en fruit bootje rondvaren. Ze zouden ook eieren, frisdrank en bier verkopen. Mooi! Dus wij op weg naar een van de drukste ankerplaatsen in de Lemon Cays, daar maakten we de meeste kans.

Aangekomen bij Chichime eiland, zien we minimaal 15 boten liggen. Dat is wel een tikkie té druk naar onze verwende smaak. Maar goed, alles voor de voorraad! Op het eiland heeft een Kuna recentelijk cabañas voor toeristen geplaatst en hij heeft een bootje dat dagelijks op en neer vaart naar het vaste land van Panama. We kunnen hem een boodschappenlijst geven en morgen zullen we alles krijgen. We kijken elkaar aan. Dit is te mooi om waar te zijn. We maken een lijst. 3 kg tomaten, 2 kg uien, 5 paprika's, 3 aubergines, 2 christophines, 5 bakbananen, 1 witte kool, 1 pompoen, 2 kroppen sla, komkommer, 1 kg wortelen, 2 ananassen, 15 limoenen, 20 sinaasappelen, 15 bananen, 5 kg aardappelen, 20 eieren, 2 treetjes bier (ja...de voorraad slinkt wel erg snel) en enkele gallons drinkwater. We hoeven niet eens vooruit te betalen. Vol verwachting klopt ons hart...

De eerste en waarschijnlijk enige
 kerstboom die we hebben gezien
Daags erna wachten we en wachten we. "Ja hoor, het komt vandaag", vertelt Arron ons. Toepasselijke naam, de Nederlandse vertaling is immers 'boodschap'. We wachten meer en meer. En dan, als we de hoop bijna opgeven, de zon achter de wolken wegzakt en de schemering inzet, komt zijn bootje aanvaren. Een aantal producten ontbreekt, maar het merendeel is er! Zo blij als kleine kinderen op de schoot van Sinterklaas brengen we onze nieuwe voorraad aan boord. En dat alles voor een zeer redelijke prijs en een kleine fooi. Zo, daar komen we weer goed mee weg. Helaas geen aardappelen de komende maand... En als je mij kent, snap je het probleem, ik ben een aardappelkoningin. Maar voorlopig dus even niet.


Nu is er nog één primaire levensbehoefte waar we niet buiten kunnen. Onze watertanks worden leger en leger. De drinkwatervoorraad is aangevuld voor de komende 10 dagen, maar we hebben dringend behoefte aan gevulde tanks om te koken, koffie te zetten, te wassen etcetera. San Blas staat bekend om haar bewolkte luchten, vochtige klimaat en onweersbuien. We verwachtten dus veel regenwater op te kunnen vangen. Verwachtten. Verleden tijd. We hebben in de afgelopen maand slechts drie regenachtige dagen gehad. De rest van de maand hadden we prachtig weer, strak blauwe luchten en nauwelijks een zuchtje wind. Dat is super. Maar niet voor onze watervoorraad.

In Porvenir mogen we met de lokale kraan onze jerrycans vullen. Het water komt uit de bergen op het vaste land en wordt via een pijpleiding naar het eiland gebracht. Daar wordt het opgeslagen in een hoge tank en daaruit vullen we nu onze jerrycans. De kraan zit op een vreemde hoogte, ruim anderhalve meter boven de grond. Ik houd de jerrycan in de lucht, dichtbij de kraan, zodat we geen water verspillen. Al vrij snel wordt het zwaar. Als ik de jerrycan laat zakken, zie ik een klein wormpje in het water krioelen. Ik druk mijn neus tegen de jerrycan en bekijk het groene water. Dit lijkt me niet echt geschikt voor onze tanks. Een regendansje doen dan? Onze gebeden lijken verhoord en komend weekend gaat het plenzen. Regen, wind, onweer. Oerhollands weer. Wij blij! Als ik dit schrijf, hebben we al 40 liter opgevangen. Nog ruim 200 te gaan...

Ons regenwateropvangzeiltje (Scrabble ;-) ) en water op komst
We leren voor het eerst de 'zorg' om primaire levensbehoeften kennen. Dat is uiteraard relatief, want ons ruim ligt vol met blikvoer. Maar toch. Gisteren bij het avondeten reflecteerden Leon en ik erop. We voelen ons dichterbij de jager en verzamelaar die de mens ooit was dan we wellicht ooit zullen doen. Voedsel groeit immers niet op een schap in de supermarkt. Het groeit ook niet in zakjes en pakjes. Ergens op aarde staat een boer te zwoegen, heeft een visser een lijn in zijn handen (ik idealiseer graag) en loopt een kip te scharrelen (als hij geluk heeft). Ergens. Voor de meesten ver weg. Voor ons is dat besef dichterbij dan ooit. Met het kookboek 'de kok is kapitein' draai ik iedere dag met lokale producten een heerlijk recept in mekaar. Zin in iets lekkers? Dan zal ik het zelf moeten bakken. Een frisje? Ik pers wat limoenen en maak er limonade van. Of zet thee en maak er ice tea van. Leven op een boot met beperkte ruimte en voorraden is geen lui leven. Alles kost moeite. Maar is het leven zo niet als het hoort te zijn? Het houdt ons fit en we voelen ons super gezond.

Afval verbranden
Laten we hopen dat we deze levensstijl dichterbij kunnen brengen als we straks thuis zijn in het verre Nederland.

maandag 14 december 2015

High on paradise!

Puff midden in het paradijs...
Zie ik dat nou goed? Een kluwen palmbomen met een doorsnede van misschien 30 meter steekt in een perfecte halve maan boven het water uit. Als een pauw die haar veren spreid in een paringsdans. Dit moet toch wel het meest picture perfect eilandje op aarde zijn. Toegegeven, nu lopen we op de zaken vooruit, maar kan het nog mooier? Green Island moet maar een nachtje wachten, want we willen met Puff voor dit eilandje liggen. Met een mooie slinger varen we langs de riffen naar binnen en gooien het anker uit. We liggen er met twee andere boten. Niet slecht. Leon zwemt naar het eilandje, ik roei met de dinghy. Ha, in 20 stappen loop ik naar de overkant. Van parelwit zand naar parelwit zand. Briljant!
Als de ochtend ontwaakt, word ik met dikke ogen wakker. Wat een vervelende nacht...Puff heeft flink liggen rollen. Dus gaan we anker op en zoeken we een plek bij het beschutter gelegen Green Island. Zo. Hier blijven we voorlopig. Met zoveel mooie eilanden in de San Blas en slechts beperkte tijd is het moeilijk om de rust te bewaren en niet als een dolle hond rond te varen. In vertrekkersland waren de afgelopen maanden erg druk. Een bruiloft plannen en uitvoeren, veel bezoek, enkele spannende oversteken plannen en de boot klaar maken voor een tweede jaar zeilen. Nu kan het tempo omlaag. Vandaag is vandaag en morgen doet er niet toe. Ik voel de rust beetje bij beetje binnen sijpelen. Ik heb de vaarwijzer al enkele dagen niet bekeken, de drang om een volgend eiland te willen zien zakt weg.





Het is alweer enkele dagen later als ik s'ochtends aan de koffie om me heen kijk. De zon stijgt langzaam naar grote hoogten en het kleurenpalet om ons heen ontvouwt zich. Geen idee hoe we de dag vandaag gaan doorkomen. Ik pak de tablet en begin met schrijven. Dan hangt Kristian naast de boot. Kristian en Nina van de Nomad zijn gisteren ook aangekomen. We zullen de komende dagen samen doorbrengen. "Willen jullie leren kiten?", vraagt hij. "Wat? Ja, tuurlijk! Gaaf!" De eerste les is het beheersen van de kite, de vlieger. Als de wind afneemt houden we het voor gezien. We gaan terug naar Puff en eten een bammetje. Gisteren zelf vers gebakken, mmmm. We laten ons onderuit zakken en dagdromen over verlaten palmeilandjes omringd met kleurrijke riffen en water waarin je lijkt te zweven. Of...nee...dit is geen dagdroom. Ik knijp mezelf nog maar eens zodat ik niet vergeet dat dit niet normaal is. Maar wel de norm in San Blas! In de middag varen we met de dinghy naar het buitenrif om te snorkelen. We zien een haai en een rog en daarnaast vele kleurrijke koralen en gekleurde vissen.




Voldaan stappen we weer aan boord. Uit de koelkast haal ik een ijskoud biertje en laat de koude drank door mijn keel glijden. Iedere dag datzelfde verfrissende moment. Zoiets als '16 uur cup a soup' maar dan anders. Ik besef me dat ook deze dag weer voorbij gevlogen is. Later op de avond zit ik met een zaklantaarn aan dek op zoek naar jagende roggen. Rond de boot horen we grote plonzen. In eerste instantie vragen we ons af welk dier zo'n grote plons kan maken. En dan vangt de straal van mijn zaklamp het silhouet van een zwevende rog. Hij springt uit het water en plonst er een fractie later weer in. Het water spat meters op.



Bij Green Island liggen we uiteindelijk een kleine week samen met Kristian en Nina en ontwikkelen een modus waarin we alle vier compleet ZEN zijn. De dagen rijgen zich aan elkaar. We gaan op ontdekkingstocht langs de omringende eilanden, we kiten, BBQen en houden een kaartavond met zelfgemaakte pizza. Nee er is niets wat deze vibe kan doorbreken. Genieten met een grote G! Na een week spreiden onze wegen wederom. We zijn al bijna 3 weken in San Blas en moeten nog gaan inklaren. De Nomad had in verband met een opstapper al eerder ingeklaard en trekt juist wat meer oostwaarts. We spreken af om te proberen samen Kerst te vieren zonder harde afspraken te maken. Het zou geweldig zijn als dat lukt.

Onze volgende stop wordt Holandes Cays. Deze archipel ligt het verst van het vaste land en moet het helderste water hebben van alle eilanden in San Blas. Nog helderder? Het snorkelen moet er superb zijn volgens de vaargids. En ik dacht oprecht dat het niet mooier kon worden. We gaan met hoge verwachtingen op pad. We laten het anker plonzen in een hoek van het rif. We liggen er heerlijk privé. Gekleed in ons Adam en Eva kostuum trekken we ons terug in onze eigen wereld. We wanen ons alleen op de wereld. Leven met wat we hebben of kunnen vinden op het eilandje. We hebben nog een paar stuks verse groenten uit Colombia, een paprika, kool, wortel en courgette, waarmee we lekkere dingen in elkaar knutselen. We stoken een fikkie en verbranden ons eigen afval. Onder een palmboom doe ik een handwas met zoet water uit een natuurlijke bron op het eiland. Ik was er mijn haren mee, me niet beperkend tot een litertje. Ik gebruik ruim water en spoel al het zout van me af. Heerlijk! De natuur is werkelijk de reinste en zuiverste entiteit.


Na vier dagen ontwaken we. Even waren we ingedut op deze highway. Volledig high van deze way of life. Shit, inklaren. Pfff, het anker gaat weer op.






maandag 7 december 2015

San Blas: Op de drempel van civilisatie


15 mijl naar het westen ligt het bewoonde eilandje Niadup. Niadup wordt, zoals de meeste eilandjes in de San Blas, omringd door een uitgestrekt koraalrif rondom. De ankerplaats bij Niadup ligt ten zuiden van het eiland, tussen het eiland en het vasteland van Panama. Echter, vanuit het oosten en westen lig je er minder beschut en is er een smal doorgaand vaarwater. Via de SSB ontvanger aan boord halen we de zogenaamde 'wind & wave charts' op voor de komende dagen en het ziet er rustig uit. Dat beaamt even later ook de Amerikaanse weerguru Chris Parker die dagelijks onder andere het weer voor de westelijke Carieb bespreekt op frequentie 8137. Het is een mooie dag, stralende zon en windkracht 4, en we zeilen onder vol tuig richting Niadup. Dit stuk van San Blas ligt niet achter een barrièrerif en de deining van de Caribische zee rolt hier vrij binnen. Vandaag is er geen vuiltje aan de lucht. Maar Arkin verzekerde ons dat het vanaf december hard gaat waaien. Hij had het steeds maar over Kerst en hoe de wind dan aantrekt. Dus zelfs de indianen kennen het fenomeen van de kerstwinden hier. Wij hopen in december lekker beschut te liggen in west San Blas.


Puff voor anker voor het eilandje Niadup
De route naar Niadup loopt door diep vaarwater en zonder problemen naderen we het eiland. Als we het hoekje om komen varen op zoek naar de ankerplaats, zien we hoe smal het hier is. De doorgang is niet meer dan 60 meter breed op het smalste stuk. Aan de ene kant het rif en aan de andere kant, aan lager wal, het strand. Best spannend! Een stuk verderop zien we een gestrande zeilboot op het rif liggen. Bah, daar draait je maag even van om. Met een extra dot gas trekken we ons anker hard in de grond. We liggen hier prima. Met Puff geankerd aan de waterkant recht voor het dorpje. 

Een kano komt ons al tegemoet varen en een man op leeftijd klimt aan boord. Hij is de afgevaardigde voor de boten en komt het ankergeld innen. We geven hem een frisje en hij vertelt ons dat er hier dit jaar al 2 boten op het rif zijn gelopen. Van een catamaran die aan de noordkant op het rif sloeg is niets meer over. De mensen zijn er, voor zover ik begrijp, goed uit gekomen. Een gezin met twee kinderen, bah. In beide gevallen ging het om boten die 's nachts onderweg waren. Uit de vaarwijzers weten we dat 's nachts varen een absolute no-go is. En zo blijkt. 

Wij varen met de digitale kaarten van Erik Bauhaus en zijn vaarwijzer bij de hand. Die digitale kaarten kun je openen in het programma Open CPN. Dit zijn de enige betrouwbare kaarten van San Blas. Met de kaarten van Navionics en Open CPN zelf bereik je hier in de San Blas weinig. Op deze kaarten varen we meer over land en koraal dan over water. 

Als de zon begint te zakken, wordt onze neus gevuld met een bekende geur. De geur van houtvuur en van gerookte vis waait ons vanuit het dorp tegemoet. Het is een heldere avond. De maan komt steeds later op en in de donkere uren turen we naar de sterren aan de hemel. Wat een bijzondere plek weer om te zijn. Morgen worden we verwacht voor een wandeling door het dorp dus we duiken op het tijd het bed in.

Niadup in één shot
Als we met de dinghy op het strand landen, komt onze afgevaardigde 'gids' ons al tegemoet. We bezoeken zijn huis waar hij ons trots zijn nieuwe vrieskist laat zien. Hij is nog niet aangesloten. Als we, met een schuin oog kijkend naar zijn enige zonnepaneel, over stroomverbruik beginnen, vertelt hij dat hij dat nog even moet uitzoeken. Maar trots als een pauw is hij wel. Zijn hut staat vol met spullen, sommige elektrisch. Het is duidelijk dat de moderne wereld hier al iets meer haar intrede heeft gedaan. Onderweg bezoeken we de bakker. Hij is nog druk aan het kneden en over een uur kunnen we vers brood komen halen. Op de weg terug stoppen we bij een winkeltje aan de kade. Er is hier een heuse kade waar een schip uit Colombia ligt. De Colombianen drijven handel in de San Blas en op veel eilanden zijn er mogelijkheden gecreëerd voor deze boten om aan te meren. Ze brengen frisdrank, groenten en fruit en andere levensmiddelen. Maar ook hier en daar een elektrische apparaat. Vervolgens kopen ze de kokosnoten van de Kuna's voor 40 dollarcent per stuk.

Een keuken Kuna style
Een Kuna toilet
Even poseren voor de bakkerij
Op dit eiland kunnen we zelfs een biertje drinken. Op de traditionele eilanden is geen alcohol verkrijgbaar dus ook dit is een teken van het oprukken van de moderne wereld. Wij nemen een frisje en lopen verder. Als we bijna rond zijn, komen we langs de buren van onze gids. Hier woont een albino vrouw met een albino baby. Er bestaan nog zo'n 60.000 Kuna's en ze mogen niet met niet-Kuna's trouwen. Inteelt is hier dan ook een probleem en we zien tijdens onze wandeling zeker 7 albino's. De albino's hebben een blanke huid en blond haar. De gedachte dat je met zo'n huid moet leven onder deze brandende zon is schrikwekkend. De gids vraagt of we een beetje zonnebrandcreme hebben voor het baby'tje. Later die middag brengen we een flesje van de sterkste factor 50 die we aan boord hebben. Terwijl we teruglopen naar onze dinghy kopen we nog wat vis van een visser die zijn 'ulu' naast onze dinghy parkeert. 4 snappers voor een dollar. Tja daar gaan we zelf niet voor vissen.


De dag erna vertrekken we voor een tochtje van 7 mijl naar Nargana. Dat dorp zou alle tradities hebben losgelaten. Arkin omschreef het als een 'Pequeño Panama City', een klein Panama City. Bij het uitvaren stuiten we op een ondiepe plek die niet in de kaart staat. Dit bevestigt nogmaals het belang van varen met goed licht, dat wil zeggen als de zon hoog aan de hemel en achter je staat. We glijden door het water en kunnen op het oog de ondiepten goed zien liggen. Na een uurtje of 2 laten we het anker weer vallen. Nargana is precies zoals Arkin het omschreef. Een stuk minder Kuna en daardoor ook een stuk minder aantrekkelijk. Wel vinden we er een klein supermarktje, een simkaartje voor onze telefoon en een 'bank' waar we nog wat grote dollarbiljetten omwisselen voor 1'tjes en 5'jes. We hebben geluk want we lopen stomtoevallig op 30 november de bank binnen. Precies de dag dat inwoners van Nargana hun salarisstroken kunnen innen. We sluiten aan in de rij en een half uurtje later lopen we naar buiten met een mooi stapeltje kleingeld. Van andere zeilers horen we later dat er de overige 29 dagen van de maand vaak geen dollars aanwezig zijn. Een beetje geluk moet je hebben...


Nargana ligt aan de Rio Diablo. Vanaf de kuip kijken we uit over de monding van deze rivier. Een rivier die vanuit de Panamese jungle naar zee stroomt. Als we 's ochtends aan de koffie zitten valt het ons op dat er wel heel veel ulu's met grote regentonnen de rivier op peddelen. Er komen zelfs ulu's voorbij die voorzien zijn van een motortje en waarin hele families zitten. Ondanks het feit dat er een pijpleiding is gelegd van de zoetwaterbron naar het dorpje wordt er door veel families nog elke dag water gehaald en wassen nog veel vrouwen kleding in de bron zelf. Ze nemen de kinderen mee die daar heerlijk kunnen zwemmen en spelen. De zoetwaterbron ligt 3 mijl stroomopwaarts het land in. We tanken Puffy af, pakken wat shampoo en zetten koers naar de zoetwaterbron. Bij de drempel in de riviermonding is het nog even goed opletten. We zigzaggen om de gestrande boomstammen en ondieptes heen en voor we het weten varen we op een rustig riviertje midden in de jungle. Wat een rust. We halen hier en daar een peddelende Kuna in en we schamen ons af en toe bijna voor het geluid van onze veredelde staafmixer die met zijn gebrom de serene rust verbreekt.


Na iets meer dan 3 mijl wordt de rivier ondieper en bereiken we de bron waar het bruist van het Kuna-leven. Moeders wassen stapels kleding weg, kinderen spelen dat het een lieve lust is en vaders en jongelui wassen zich, onderhouden hun Ulu of vermaken de kinderen. Wat een bijzonder tafereel. En dat alles in kristalhelder zoet water. We kunnen de verleiding niet weerstaan en springen in het koele water.


Morgen gaan we weer anker op. Verder op de highway to paradise!





dinsdag 1 december 2015

Een unieke vriendschap

Daar komt hij aangezeild. Even verdwijnt hij achter het palmeilandje naast ons om zijn zeil op te binden en zijn mast neer te leggen. Dan peddelt hij naar ons toe. Met een brede lach vertelt Arkin ons dat hij heel snel hierheen is komen zeilen. Hij zou er al iets eerder zijn, maar ach, tijd is hier niet belangrijk. Uit zijn zak verschijnt een prachtig vlaggetje van Kuna Yala. Handgemaakt door zijn vrouw. Gisterenavond gaven we Arkin 5 dollar zodat zijn vrouw stof kon kopen en een vlaggetje kon naaien. Het was even afwachten of hij vanochtend zou verschijnen, maar daar kwam hij dan toch aangeroeid. Zoals hij zelf zegt, heel snel. Het vlaggetje is rood-geel met in het midden een zwart hakenkruis. Dit hakenkruis verwijst niet naar onze Europese geschiedenis maar naar de revolutie van de Kuna's. Desalniettemin een vreemd gezicht, zo'n hakenkruis in je zijwant. 

Dan zwaait Arkin ons gedag want hij gaat vandaag aan de slag op zijn finca, oftewel plantage, in de bergen op het vasteland. Kuna Yala beslaat ook een deel van het vasteland en heeft een van de meest onaangetaste strekken tropisch regenwoud op aarde. Hij verbouwt er onder andere bananen, mandarijnen, mango en kokosnoten maar ook uien, yam (een wortel die lokaal gegeten wordt als aardappel) en plantaan. Het dieet van de Kuna's bestaat, voor zover ik begrijp, voornamelijk uit deze producten aangevuld met veel vis. Op het eiland Ukupseni hebben ze ook een bakker. Daarnaast worden er mondjesmaat producten aangevoerd vanuit Colombia. We hebben hier geen dier, nog geen kip gezien, dus vlees eten ze in ieder geval niet.


We besluiten vandaag nog een dag te blijven liggen om bij te komen van de indrukken van de afgelopen dagen. Ook moeten we bepalen welke richting we uitgaan. We zitten momenteel iets oostelijk van het midden van de San Blas, naar het westen toe worden de eilanden minder traditioneel en liggen we waarschijnlijk niet meer als enige boot. Wel wordt het tropischer, wittere stranden en blauw water waarin we dagen kunnen snorkelen. Gaan we verder oost dan navigeren we door moeilijker begaanbaar en troebeler water met nog meer riffen naar zo mogelijk nóg traditionelere dorpen. We besluiten om morgen toch maar west te gaan. Maar we stoppen dan al na 15 mijl bij het laatste traditionele dorpje voordat we verder gaan naar de picture perfect bounty eilanden van de westelijke San Blas.

Het is de laatste avond in Ukupseni en Arkin nodigt ons nog eenmaal uit voor een BBQ op het strand. Dit keer pakken we het traditioneel aan. Als hij nog even snel een visje gaat vangen in het schemerlicht, pakken wij borden, bestek, wijn en bekers in en roeien naar het eilandje  naast Puff. Daar komt ook Arkin aan met een kleine Red Snapper. Ik denk dat de vis niet meer zo wilde bijten na zonsondergang. Gelukkig voor ons (ahum) heeft hij vandaag ook een octopus gevangen! "Probar?", vraagt hij ons? Uhh, nou ja, doe maar dan. 

Ik leg een kleedje op het strand en pak de tas uit terwijl de mannen brandbaar materiaal verzamelen voor het vuur. Daar hebben de Kuna's een tactiek voor. Eerst steken ze de uitgedroogde bast van palmbomen aan om het vuur aan de gang te krijgen. De bedoeling is dat het vuur straks gaat smeulen, we moeten dus een soort houtskool creëren. Dat doet Arkin met de uitgedroogde buitenschil van een kokosnoot die hij op het strand vindt. Een kokosnoot zoals wij die kennen met een doorsnede van zo'n 15 a 20 cm en een harde bruine bast, groeit aan een boom in een buitenschil. Deze schil is dus uitermate geschikt als houtskool. Na een half uur begint het vuur te smeulen. Nu pakt Arkin groene scheuten van een palmboom die zullen dienen als rooster. Deze vatten geen vlam en hierop leggen we de schoongemaakte vis en stukjes octopus. We grillen ook plantaan (soort banaan) van zijn finca en we poffen aardappels in het vuur. Aardappels zijn hier een lekkernij en zijn moeilijk te krijgen. Wij hebben er genoeg aan boord en Arkin smult er goed van!

Als de avond op zijn eind loopt, beseffen we dat we morgen toch echt weggaan. We zullen niet meer terugkomen op deze bijzondere plek en naar deze unieke vriendschap. We willen Arkin geen geld geven, bang dat we daarmee zijn vrijgevigheid aantasten en een cultuur van 'handje ophouden' stimuleren. De kano, 'ulu' in de Kuna taal, is misschien wel zijn belangrijkste bezit. Zo kan hij naar zijn finca varen om eten te verbouwen en zo kan hij vissen om een centje te verdienen. Hij zeilt met een oud laken, gewoon een katoenen laken. Wij hebben nog wel een perfect zeiltje voor hem liggen. Dat lijkt ons een gepast afscheidscadeau. De laatste ochtend komt hij ons gedag zeggen en geven we hem dit geschenk. Hij glundert, zijn ogen stralen, wat is hij blij! Hij zegt meteen dat hij zijn oude zeil dan aan een vriend kan geven. Mooi! Ook heb ik nog een klein balletje met de wereldkaart erop. Ik laat hem zien waar hij woont en waar wij vandaan komen. Dit ontluikt een uniek gesprek.

Arkin weet blijkbaar dat wanneer het hier licht is, het ergens anders nacht is. Hij vraagt ons hoe dat zit. Met een sinaasappel als zon en het balletje van de aarde, leg ik hem in het Spaans (jaja :-)) uit dat de aarde om zijn as draait en de zon dan altijd één kant van de aarde belicht. Dat snapt hij. Arkin hunkert naar kennis. Al dagen moeten we alle woorden die we in het Spaans kennen voor hem opschrijven met de Engelse vertaling. Thuis oefent hij deze Engelse woorden. Ook nu zegt hij dat hij zijn dochtertje gaat leren dat de aarde draait. Wel vreemd merkt hij op dat we daar niets van voelen. Ja, inderdaad, beaam ik. "En hoe kan het dan dat de maan soms groot is en soms klein?" Oei, nu stuiten we denk ik op de grenzen van mijn Spaanse taalvaardigheid. Het lukt me in ieder geval uit te leggen dat de maan zelf geen licht geeft en dat we alleen de reflectie van het zonlicht op de maan zien. Hij begrijpt er wel iets van. En zo zit je in je kuip, duizenden mijlen van huis aan een Kuna indiaan uit te leggen hoe de zon en aarde zich tot elkaar verhouden. Dit moment rijg ik aan de ketting van unieke momenten van de afgelopen dagen. Ik bezwijk nu al bijna onder het gewicht van de ketting en we zijn nog maar pas hier.


Tijd om het anker op te halen. We kijken nog een keer achter ons. Arkin zwaait ons uit vanuit zijn 'ulu', en verdwijnt dan achter de mangroven.